Waterkwaliteit
In het kader van de kwaliteit van het oppervlaktewater zijn drift en afspoeling van residuen van gewasbeschermingsmiddelen nog altijd aan de orde van de dag. Naast driftreducerende maatregelen en de inzet van de beste spuittechniek moet je als teler op een paar andere zaken letten.
Zelfs met de beste spuittechniek en juiste gebruik van de middelen vragen drift en afspoeling van middelen naar oppervlaktewater nog steeds de nodige aandacht. Dit vermindert het risico dat regels en eisen ten aanzien van middelengebruik en spuittechniek worden aangescherpt. Voor zowel drift als afspoeling zijn er een aantal aandachtspunten.
Drift
- Afstelling: Zorg voor de juiste afstelling van boomhoogte tot het gewas, juiste dop in combinatie met de juiste spuitdruk (druppelgrootte), rijsnelheid en balancering van de spuitboom.
Tijdstip: Spuit bij weinig wind, ook als het tijdstip minder goed uitkomt. Is er overdag te veel wind, probeer het dan op de late avond of ‘s nachts als de wind is gaan liggen. - Spuitvrije zone: Houd altijd de spuitvrije zone in acht. Bijvoorbeeld: 1,5 meter voor het gebruik van Stomp, gemeten vanaf de onderkant van het talud.
- Windrichting: Houd de windrichting in de gaten. Is die in de richting van de sloot, spuit dan de laatste baan met een lagere snelheid en een lagere druk (grotere druppel).
- Kopakker: Voorkom spuiten op de kopakker! Zet de spuit op het juiste moment aan en spuit bij voorkeur (bij beddenteelt) eerst met halve boom de voorste meters van de bedden.
- Secties: Spuit indien mogelijk met gps-sectieschakeling die het aan- en uitzetten op de kopakker regelt en daarnaast bij overlap – op gerende percelen – de doppen op het juiste moment uitschakelt.
- Boomhoogteregeling: overweeg een automatische boomhoogteregeling op uw spuit te monteren. Dit verbetert het resultaat van de bespuiting en je hebt geen omkijken meer naar de juiste boomhoogte.
- Hechter: Gebruik in overleg met de adviseur een hechtingsmiddel of Squall om kleine druppels zoveel mogelijk te voorkomen.
Afspoeling
- Alternatieven: Gebruik Wing-P en Stomp alleen als er geen alternatieven beschikbaar zijn. Dit voorkomt onkruidresistentie en bodemadaptatie.
- Kopakker: Net als bij drift: voorkom spuiten en morsen op de kopakker! Dit vergroot het risico op afspoeling.
- Vullen: Voorkom ongelukken met spuitmiddelen tijdens het vullen van de machine.
- Vulslang: Voorkom dat er tijdens het spuiten residu op de vulslang komt door deze ver weg van de spuitboom op te bergen.
- Tussengreppel: maak bij grote hoeveelheden neerslag een tussengreppel zodat afgespoeld water in de bodem kan wegzakken, in plaats van dat het wordt afgevoerd naar de sloot. En is er veel neerslag voorspeld, probeer dan de bespuiting uit te stellen.
Door bovengenoemde tips toe te passen wordt voorkomen dat er onnodig extra gewasbeschermingsmiddelen in het oppervlaktewater terechtkomen. Heeft u verder nog vragen of advies nodig? Neem dan gerust contact op met een van onze specialisten.