Gezond verstand en dopafstand
Begin dit jaar heeft Hogervorst op verschillende spuitlicentiebijeenkomsten gesproken. Deze bijeenkomsten zijn georganiseerd door Agrifirm om klanten te informeren en te helpen om met zo min mogelijk milieu-impact de gewasbescherming uit te voeren. Wij vertellen ons verhaal en geven telers en akkerbouwers tips en handvatten om op een bewuste manier en met zo laag mogelijke milieu-impact een bespuiting uit te kunnen voeren.
Hoewel over het algemeen de meeste akkerbouwers en bollentelers hun best doen om met een zo laag mogelijke emissie het werk te doen, komt het soms nog voor dat er op sommige plekken hogere concentraties gewasbeschermingsmiddelen in het oppervlaktewater worden gevonden. Door niet met een vinger te wijzen naar de desbetreffende telers maar juist samen te gaan kijken naar oplossingen komen we verder. Hoe kan het dat er een verhoogde concentratie wordt gemeten – want de meeste telers zijn echt goed bezig – en wat voor maatregelen kan men nemen om dit in de toekomst te voorkomen?
Gezond verstand
Gebruik bij het spuiten altijd het gezond verstand. Telers met jaren ervaring weten precies hoe snel ze rijden, met welke druk en de dosering. Waait het bij een bespuiting wat harder, zorg dan dat er bij het baantje naast de sloot wat langzamer wordt gereden en dus met een lagere spuitdruk. De grovere druppel die ontstaat zal dan minder snel in het oppervlaktewater terecht komen. En bij een te hoge windsnelheid spuit u natuurlijk niet.
Een ander voorbeeld in de categorie ‘gezond verstand gebruiken’ is bijvoorbeeld de positie van de vulslang tijdens het spuiten. Zorg dat deze tijdens het spuiten op een plek zit waar onder geen mogelijkheid er een kans bestaat dat er spuitvloeistof op terecht kan komen. Indien dit wel gebeurd en u gaat de spuit vullen uit oppervlaktewater dan is er het risico dat er via de vulslang middelen in het oppervlaktewater terecht komen. Gezond verstand gebruiken kan een belangrijke manier zijn om de emissie naar het oppervlaktewater te verlagen.
Door met z’n allen de emissie naar het oppervlaktewater te reduceren en te laten zien dat nog strengere eisen omtrent techniek en middelengebruik niet nodig is houden we ook het uitvoeren van gewasbescherming in de toekomst mogelijk en werkbaar.
Juiste plaats
Door te werken met een spuitboomhoogte van 50 centimeter in plaats van 70 – of nog beter 30 centimeter – is een aanzienlijke winst te halen in driftreductie. Dat vraagt echter soms wel aanpassingen aan de plaats, het aantal en het soort spuitdoppen. Door de spuitdoppen op een andere plaats te zetten is een aanzienlijke reductie in het middelengebruik mogelijk. In plaats van een volveldsbespuiting wordt het dan mogelijk voor het rijspoor een andere dosering te hanteren dan op het bed. Of het rijspoor – of tussen bijvoorbeeld de aardappelruggen – wordt helemaal niet gespoten. Voorbeeld: voor telers met een spoor van 1,80 m spoorbreedte zetten we de spuitdoppen op een onderlinge afstand van 22,5 cm en voor telers op 1,50 m op 25 centimeter. Maar voor een bed van 1,84 kunnen we doppen ook op 23 centimeter zetten: voor iedere situatie de juiste plaats voor de spuitdop.
Bij het reduceren van drift is de juiste spuitboomhoogte enorm belangrijk. Vind u het lastig om de juiste hoogte van de spuitboom te handhaven? Monteer dan aan het uiteinde een kettinkje met de juiste lengte. Gaat deze slepen omdat u het gewas raakt, dan kunt u wanneer nodig de hoogte wijzigen. Voor wie een liever een automatische regeling wil kunnen we helpen met een Norac automatische boomhoogteregeling.
Stickers
Voor klanten heeft Hogervorst een speciaal label met bijbehorende sticker ontwikkeld die aan gewone burgers duidelijk moet maken dat de ondernemer bewust bezig is met het verlagen van de milieu-impact door bijvoorbeeld gebruik te maken van de nieuwste technieken. Op deze sticker staat kort samengevat tot waar de machine in staat is:
“Eco friendly = Gezonde teelt – Plaatsspecifiek – 97,5% minder emissie – 90% minder restvloeistof”.